Vandaag vierden we ook in Halle de nationale feestdag. Als waarnemend burgemeester mocht ik de taken van de burgemeester overnemen. We begonnen de dag met het Te Deum in de Basiliek, waarna we de Belgische vlag hesen, hulde brachten aan het oorlogsmonument in het park en de Academische Zitting doorging op het stadhuis. Daar mocht ik een speech houden. Die kan je hieronder lezen indien gewenst. We sloten de viering af met een vriendschapsglas op de Grote Markt. Zo steunen we de lokale handelaars.
Ik wens iedereen een mooie nationale feestdag toe!
Hier kan je de speech lezen die ik mocht geven:
Beste dames en heren,
Geachte voorzitter en leden van de oudstrijders- en vaderlandslievende verenigingen,
Geachte vertegenwoordigers van de lokale en federale politie, de brandweer en de stadsdiensten,
Beste collega’s uit het college, de gemeenteraad en het bijzonder comité sociale dienst,
Geachte voorzitter van de gemeenteraad,
De viering van deze nationale feestdag begint niet zoals verhoopt. Onze nationale feestdag volgt immers op een dag van nationale rouw, die werd afgekondigd voor de vele slachtoffers van het noodweer van vorige week. Ook namens het Halse stadsbestuur betuigen wij ons oprecht medeleven met alle mensen die door dit verwoestende natuurgeweld getroffen zijn, zowel in onze eigen buurt, maar zeker ook in het zuiden van ons land.
Ik moet mijn toespraak beginnen met wat men een “dienstmededeling” noemt. U had verwacht (en misschien ook gehoopt) om hier vandaag toegesproken te worden door burgemeester Snoeck. Ik zal u moeten teleurstellen: hij is er niet. Onze burgemeester geniet van een welverdiende vakantie. U zal het dus met mij moeten doen vandaag. Ik zal evenwel mijn uiterste best doen om u niet teleur te stellen en om u de komende drie minuten hopelijk enkele zinvolle boodschappen mee te geven.
Ik ben blij dat wij hier vandaag, na bijna anderhalf jaar corona-pandemie, toch kunnen samenkomen om de nationale feestdag te vieren en bij een aantal overpeinzingen samen stil te staan. Het is vandaag nog niet zoals we gewoon zijn (mondmaskers, beperktere receptie, afstand houden, enzovoort), maar als er intussen één iets is dat we gewoon zijn, dan is het wel dat zowat niets meer is zoals we het gewoon waren. De mens is veerkrachtig en past zich telkens weer aan. Zo ook vandaag.
Een heel belangrijke vaststelling is dat we meer dan ooit beseffen dat samenkomsten zoals vandaag eigenlijk een hele tijd helemaal niet vanzelfsprekend meer zijn geweest. Dat geldt trouwens ook voor samenkomsten in ons privé-leven, zoals met familie, vrienden, verenigingen, collega’s of kennissen. Vrijheid maakt nochtans mee de essentie uit van ons Belgisch DNA. Ook in ons Belgisch volkslied klinkt het meermaals: “voor vorst, voor vrijheid en voor recht”. We beschouwden onze vrijheid tot maart vorig jaar zodanig vanzelfsprekend en onaantastbaar dat het des te meer onvoorstelbaar was om daarin de afgelopen maanden tot in ons diepste wezen beknot te zijn geweest. We weten natuurlijk dat we dit voor een hoger doel hebben gedaan, namelijk voor ieders gezondheid, en in het bijzonder voor het welzijn en de gezondheid van onze meest kwetsbare medemensen, maar het was toch erg zwaar en voor vele mensen ook erg eenzaam.
Maar vandaag mogen we dus samen vieren. En vandaag is een extra bijzondere nationale feestdag, omdat het 190 jaar geleden is dat de eerste Koning van België de eed aflegde op het Koningsplein te Brussel. Het Koninkrijk België bestaat vandaag dus 190 jaar, wat we toch niet zomaar mogen laten voorbij gaan en wat in deze toespraak een bijzondere vermelding verdient.
Het brengt me ook bij een gedachte die Jos, de voorzitter van onze lokale afdeling van de nationale strijdersbond, me dit weekend aanreikte: onze nationale feestdag vieren staat niet tegenover respect uitdragen naar andere nationaliteiten en naties. Het is niet omdat we België vieren, dat we geen respect en waardering kunnen hebben voor andere naties of bestuursniveaus of dat we hen minder waard zouden vinden. We kunnen onze eigenheid perfect vieren met respect voor de eigenheid van anderen. Het is natuurlijk wel heel belangrijk dat we blijven stilstaan bij de gebeurtenissen die ervoor gezorgd hebben dat we vandaag staan waar we staan en dat België vandaag is wat het is. Dat is ook van belang voor de kennis en het bewustzijn van toekomstige generaties.
Het Belgische bestuursniveau zoals we het nu kennen zal er de komende tijd trouwens meer dan ooit en ten volle moeten staan.
De grootste gevolgen van de gezondheidscrisis van de afgelopen maanden, waarmee wij als lokale overheid zeker ook geconfronteerd zullen worden, zijn op dit moment immers nog niet zichtbaar. Ik denk dan o.a. aan de economische naweeën, mogelijke ontslagen die daarmee gepaard kunnen gaan, de groeiende tegenstellingen tussen sociaal sterkere en sociaal zwakkere inwoners, de leerachterstand op alle niveau’s in het onderwijs, en de psychologische gevolgen van de pandemie en bijhorende maatregelen. We zijn als lokaal bestuur op dit moment nog onvoldoende gewapend om hier onmiddellijk antwoorden op te bieden. We zullen met alle bestuursniveau’s goed moeten samenwerken om onze inwoners te helpen en te beschermen tegen deze gevolgen en risico’s. Ik wil dan ook van dit moment gebruik maken om als stadsbestuur ons stevig engagement uit te spreken om hiertoe bij te dragen voor alle Hallenaren.
En dat brengt mij bij een laatste vaststelling voor vandaag, die al veel optimistischer is: wat een golf van solidariteit hebben we de afgelopen maanden en dagen gezien! Er zijn hier vandaag een aantal vertegenwoordigers van de hulpdiensten aanwezig. Zij zijn als hulpverleners boven zichzelf moeten uitstijgen, waar we hen heel dankbaar voor zijn. Hetzelfde geldt voor ons zorgpersoneel. Maar ook de “gewone mensen” hebben hun hart laten spreken en zich in moeilijke omstandigheden opgeworpen om buren, vrienden of zelfs totale onbekenden te helpen. Een mooi bewijs hiervan is onze vrijwilligersactie “Halle helpt”, waar 306 vrijwilligers zich tijdens de lockdowns beschikbaar hebben gesteld om andere mensen te helpen. Ook de vele burgerinitiatieven naar aanleiding van de grote waterellende van vorige week bewijzen dit. Ondanks de toenemende extremistische en haatdragende toon in onze samenleving geven zo’n vaststellingen ons veel hoop. Hoop dat een samenleving op basis van warmte en solidariteit wél nog kan, hoop dat mensen zich wél nog belangeloos voor elkaar willen inzetten, hoop dat het cement van onze maatschappij vanuit een positieve kijk op de samenleving kan komen.
Ik wens u allen nog een mooie nationale feestdag. Ik dank u.